
Het was druk in de bus van Schiedam Centrum naar Delft Campus. De treinen reden niet, omdat vriendje Koolmees het spoor wil verbeteren. Otra vez! Dat heeft hij de afgelopen maanden zo vaak gedaan of laten doen beter gezegd, dat ik vermoed dat we er de komende vijftig jaar geen last meer van zullen hebben.
Ik zat bijna achter in de comfortabele touringcar te genieten van het uitzicht. Het was net als vroeger op schoolreisje. Ik had alle tijd, want het was bij nader inzien toch niet zo’n snugger idee om op maandagochtend midden in de spits met een bus naar mijn werk te gaan die niet over de vluchtstrook mag. We zijn een uur onderweg geweest op een stukje waar ik normaal zeven minuten over doe, maar dat was niet per definitie een probleem. Onderweg had ik mijn afspraken verzet en ik zat dus zonder stress naar de koeien en weilanden te koekeloeren.
Je vraagt je waarschijnlijk af hoe dat kan en dat leg ik je daarom even uit.
De chauffeur stond muurvast in een file en was na een half uur Schiedam nog niet uit. Hij besloot met die enorme touringcar over een heel smal weggetje langs de Schie te gaan rijden. Alles beter dan stilstaan dacht hij waarschijnlijk. Het is hem gelukt, maar er waren wel een aantal tegemoetkomende fietsers die met een hartaanval in de berm zijn beland. Okay, ik geef het toe. Ik heb ook gelachen.
Maar zoals ik al zei was die lange busrit geen probleem. Het openbaar vervoer is theater en ook deze keer ben ik weer volledig aan mijn trekken gekomen.
Achter me waren een man en een vrouw in een diepgaand gesprek verwikkeld en ik zat eerste rang. Niet dat ik luistervinkje zat te spelen, maar ik ving toevalligerwijs nogal wat op. Per slot van rekening moet ik natuurlijk wel inspiratie opdoen voor mijn schrijfseltjes.
Het ging over de kerk. Hij ging. Zij niet meer. Ze zou eigenlijk wel moeten vond hij. Zij vond van niet. Ze wilde het zonder Hem doen. Hij vond dat toch niet zo’n goed plan. Zij wel. Hij probeerde nog wat andere invalshoeken, maar zonder succes. Evangelist zijn valt niet mee. In een bus kun je ook niet effe je voet tussen de deur zetten.
Het was even stil. Ik denk dat ze allebei hun kerkelijke bedenkingen hadden.
Douchen. Dat was het volgende onderwerp en toen hoorde ik een paar hele bijzondere, maar ook schokkende dingen. Blijkbaar gaat in de kerk de liefde voor de Heer verder dan de liefde voor de planeet.
Ze had een vriendin gesproken en die had het raar gevonden dat zij, de afvallige kerkmevrouw, vijfenveertig minuten onder de douche staat. Ja, het is geen typefout. Vijf-en-veertig minuten. Driekwart uur!
Waarschijnlijk heeft die vrouw ook nog een regendouche waar per tien minuten honderdvijftig liter water uit dondert! Dat is dus meer dan zeshonderd liter voor die wasbeurt. De ark van Noach kan er bijna mee wegvaren.
Ze wilde wel eens weten of hij het ook raar vond. Het antwoord was wederom bijzonder en schokkend. Ja, hij vond het raar. Halleluja! Ik was blij. Maar dat was helaas van korte duur. “Het is wel erg lang hoor. Ik douche maar dertig minuten”, was zijn antwoord. Mijn oren klapperden gewoon.
Een half uur! Het was inderdaad minder, maar om nou “halleluja” te roepen was ook niet echt toepasselijk.
Ik zat met stomme verbazing te luisteren. We maken ons met z’n allen zo druk om het milieu en het voortbestaan van Moeder Aarde en laat deze twee onderdanen nou net in die categorie vallen die daar normaliter zo hard over loopt te gillen.
Tuurlijk, de schade waar we steeds vaker de gevolgen van ondervinden is veroorzaakt door eerdere generaties en daar zitten de millenniums en de generatie X kindertjes nu mee opgescheept. Da's niet fijn, dat beaam ik. Dat wil alleen niet zeggen dat we niet met z’n allen het tij moeten keren.
Ik heb al eens eerder een schrijfseltje de wereld ingeslingerd over een jongetje dat het heel normaal vond om zijn plastic zakje de natuur in te slingeren. En datzelfde jongetje loopt dan vervolgens ergens anders te huilebalken over het feit dat zijn aarde naar de klote gaat. Dat kan dus niet hè. Of je doet mee, of je houdt je snavel en draagt de gevolgen.
Terug naar mijnheer en mevrouw Kerk.
Drie kwartier douchen, hoe doe je dat? En nog meer, wat doe je daar dan allemaal? Ik heb het van de week even getimed. Ik kom gemiddeld op zes minuten uit en ik krijg geen signalen van omstanders dat ze van hun houtje gaan door mijn lichaamsgeurtjes. Als ik trouwens langer douche dan tien minuten, dan kom ik die badkamer uit als een verschrompeld weekdier met van die enge gerimpelde handjes of een waterhoofd.
Dus nogmaals, vijf-en-veertig minuten. hoe je dat vrouw?
Ik wilde het zo graag vragen. Maar ja, dan was het gelijk duidelijk dat ik die hele biechtsessie had zitten afluisteren. Da’s ook weer niet sjiek.
We zullen het dus nooit weten. Wel jammer.
Hoe dan ook. Met een instelling als deze twee waterratten gaan we het niet redden met deze planeet. Ik ga echt niet zeggen dat ik nou zo’n heilig en volmaakt boontje ben als het op dit soort zaken aankomt, maar een beetje opletten kan geen kwaad. Toch?