PeeGeeBee

Gepubliceerd op 28 april 2024 om 15:46

Met de billen bloot. Dat zou eigenlijk een heel toepasselijke titel voor dit schrijfsel zijn. Een beetje intieme blootlegging van mijn persoontje ga ik sowieso niet uit de weg, maar deze laat toch wel het binnenste en meest naakte van mijn gedrag zien.

Ik realiseerde me wel dat de wat fijngevoelige lezers van mijn schrijfseltjes nogal zouden schrikken als ze op deze serene zondag een schrijfsel aantroffen met de titel “Billen” met daarbij een foto uit de katholieke kerk. Laten we eerlijk zijn, die club is nou niet geheel ongeschonden door de eeuwen heen gewandeld als het om billen gaat. Geen paniek, straks worden de titel en de foto duidelijk en valt je kwartje. Bij de jongere generatie waarschijnlijk niet, want die weten niet wat een kwartje is. Voor jullie valt er een muntje van twintig eurocent. Andere valuta, zelfde gezegde.

“Ik zit er helemaal klaar voor en ik ga heel goed opletten wat je zegt en of het klopt. Toepasselijke dag trouwens om dit op zondag te doen, het is toch een beetje te biecht gaan.”

Hi lieffie! Ik had niet anders verwacht. Volgens mij zit je al maanden op deze blog te wachten. Ja, dat is waar. Perfecte dag om mijn geweten te reinigen. Voor zover dat nog mogelijk is natuurlijk.

“Inderdaad. Kom maar op. Wel een beetje vreemde foto heb je deze keer gekozen, hoor.”

Ja, nou je het zegt. Het is net of één of andere vent in een jurk in een bushokje bijna zijn nek breekt.

Ik ben overigens wel een beetje bang voor de gevolgen van deze biecht. Straks denkt iedereen dat jij vijfentwintig jaar met een onmogelijke man zat opgescheept en is mijn hele zorgvuldig opgebouwde  image naar de spreekwoordelijke kloten.

“Tja, is ook wel een beetje zo natuurlijk. Haha!”

Fijn weer.

Laten we beginnen met te zeggen dat mijn uitgavenpatroon altijd wat royaler was dan dat van Klaas.

“Oh, dat is mooi afgezwakt verwoord. Maar vooruit, we zijn nog maar net begonnen.”

Ik heb vaak iets nodig of heb weer een nieuw briljant idee. Het probleem met die ideeën is dat ze altijd uitgevoerd moeten worden. Als het in mijn hoofd zit moet het er uit. Kan ik niets aan doen. Is blijkbaar genetisch vastgelegd.

Wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont. Het is een gezegde dat gelijk met mijn geboorte in negentienvijfenzestig op vijf oktober is ingevoerd in de nederlandsche taal.

We waren op bezoek bij vrienden in Noord en het ging over iets kopen. “Dan koop je dat toch van je peegeebee”, zei de één tegen de ander. Ik voelde direct een koude rilling over mijn rug gaan. Iets vertelde me dat dit mijn wereld voor altijd zou veranderen. En niet ten goede.

“Wat is dat peegeebee? Dat is toch iets voor mantelzorgers?”, vroeg Klaas onschuldig. Ik hapte naar adem voor wat komen ging, maar liet niets blijken. “We hebben allebei iedere maand een bedrag dat we zelf kunnen besteden aan dingen die we graag willen hebben. Zo is dat eerlijk verdeeld”, was het schokkende antwoord. Ik trok wit weg. Wat een avond is dit. Het onderwerp verwaterde en de avond ging verder, maar ik wist dat dit gezellige onderonsje een heel vervelend vervolg zou krijgen. We gingen naar huis en naar bed. Stilte voor de storm. Ik wist het zeker.

Tijdens de cappuccino in de ochtend kwam het uit de lucht vallen. Onvermijdelijk. “Wat een goed idee van hun, hè?”, zei hij losjes. “Ja zeker”, kreeg ik er nog net uit. Wat volgde was een gesprek waarin alle voordelen van het persoonlijke peegeebee werden besproken. Ik deed mee als een boer met kiespijn. Maar wacht, het zou ook wel eens voordelen kunnen hebben dacht ik opeens. Je weet waar je aan toe bent en je kunt er op los kopen zonder het eerst voorzichtig in de week te moeten leggen. Dat laatste was mijn tactiek en die werkte overigens doorgaans geweldig.

“Dat wist ik wel hoor. Als ik het echt niet wilde of het zou niet kunnen zou ik het ook gezegd hebben. Je wist zelf goed genoeg wat wel of niet kon zonder de bank te plunderen.”

Dat is waar.

Het peegeebee was een feit. Wel iets hoger dan onze vrienden, omdat ik anders bij voorbaat al in de financiële problemen zou komen.

“Iets hoger? Een gezin met vier kinderen zou er royaal mee uit de voeten kunnen, haha!”

Ik hield het bij in Excel, mijn steun en toeverlaat tijdens dit aardse bestaan. Gelovigen hebben hun bijbel, ik mijn excelbestanden. De reden dat ik het bij moest houden was omdat ik soms een ietsiepietse vooruit moest lenen als ik iets kocht dat niet helemaal in het beschikbare saldo paste. Het gevolg was dat ik na een paar maanden wat rood stond en Klaas een klein fortuintje had opgebouwd.

“Wat rood? Haha, ik val bijna van mijn wolkje. Donkerrood zul je bedoelen!”

Okay dan. Donkerrood.

Ik besloot na een half jaartje dat het peegeebee niet werkte. Het was veel te ingewikkeld. Te veel gedoe.

“Tja, en wat hij in zijn kop heeft, heeft hij niet in zijn kont. Haha!”

Ik stelde voor om het peegeebee vaarwel te zeggen en gewoon weer gezellig terug te gaan naar ons oude systeem. Eind goed, al goed.

“Je vergeet even te vertellen wat je saldo was en dat van mij. Jij stond namelijk ver in het rood en ik hoog in de plus.”

Ja, dat was zo. Maar jij zei dat je het toch niet nodig had en mijn idee dat het bij elkaar opgeteld dan weer op nul uitkwam was wel briljant bedacht.

“Vooral voor jou.”

Da’s waar. Haha!

Ik kan nu verder gaan met vertellen hoe de latere pogingen zijn gegaan om het peegeebee weer in te voeren, maar dat zou saai worden.

“Ja klopt. Want hoe vaak we het ook opnieuw deden. Het eindigde steeds, op jouw verzoek, met mijn opgespaarde deel dat jouw schuld afloste.”

Ik geef het toe. Ik was niet niet goed met het peegeebee. Budgetten hebben iets vervelends. Ze zijn eigenlijk alleen maar gezellig als ze flexibel zijn.

“En hoe gaat dat nu? Heb je nog steeds een Excel?”

Wel een Excel, maar peegeebee die heb ik niet meer. Alleen met een peegeebee is gewoon niet gezellig.

“Niet gezellig of mis je mijn peegeebee om dat van jou aan te vullen als je weer donkerrode cijfers hebt geschreven?”

Eh, ik beroep me op mijn aardse zwijgrecht.