Langzaamaan wordt ik beter. Het blaffen is minder en mijn hoofd en mijn lijf beginnen weer als vanouds te voelen. Of dat goed is weet ik overigens niet hè. Misschien is het de zon die na al die maanden regen zijn smoellie eindelijk weer eens laat zien. Op het balkon is het heerlijk.
Ik heb ook een paar meter gelopen. Naar de winkels beneden. Het is nog wat wiebelig, maar het is te doen. Mijn hemel, het lijkt het dagboek van Hendrik Groen wel zo.
“Hé, riep je me?”
Verhip, da’s waar. Dat is jouw naam. Hoe is het met je Klaasje?
“Ja, goed. Ik ben ook blij met de zon. Heerlijk warm op mijn bolletje en het zicht op de wereld is gelijk een stuk beter. Ik zie weer alles.”
Smeer je je wel goed in?
“Hoeft niet, zonnetje is hier zachter.”
Waspeentjes en aardappelen bij de groenteboer. Duits biefstukje bij de slager. Goed bezig al zeg ik het zelf. Ik kreeg er zo veel energie van dat ik gelijk een rots heb beklommen. Het klinkt misschien wat overmoedig, maar het voelde goed en wie houdt me tegen. Vriendje Finn als ie kon, maar die zit te ver weg, haha.
“Ik had al een zwaar vermoeden dat het zoiets was toen ik die foto zag. Maar vooruit, als jij denkt dat het kan…”