Mohair

Gepubliceerd op 18 oktober 2022 om 09:00

Waar schrijft een blogger nou wel over en waarover niet? Welk deel van jezelf geef je bloot (letterlijk en figuurlijk) en wat hou je verborgen voor de rest van de wereld. Ik weet het niet. Ik denk dat het delen van dingen voor begrip en inzicht bij anderen kan zorgen. Een stukje herkenning.

Nou, we zullen zien of deze blog iets bijdraagt aan het welzijn van de mensheid.

Je kent ze wel. Van die mannen met een prachtig glad en glanzend lijf. Ik ben er jaloers op. Al sinds mijn jeugd. Eerst alleen maar jaloers (hetero-periode) en later erg op gesteld (homo-periode). Ja, dat is schrikken. “Marc hetero? Heb ik iets gemist?”. Het is lang geleden en het was niet echt succesvol. Ik heb het nooit verborgen gehouden of weggeduwd. Het leven liep zoals het leven wilde lopen. Ik had een hele goede relatie en later huwelijk met mijn vrouw.  Maar ik leerde Klaas kennen en werd op slag verliefd. Verliefd op een man. Nou, dan ben je volgens de regels homo. Gay tegenwoordig. Zelfde label, moderner jasje. Ik vind het allemaal okay. Iedereen een labeltje, vooruit dan maar.

Nu dwaal ik wel heel erg af.

Ik was dus jaloers op en fan van gladde onbehaarde mannen. Het is me tot op de dag van vandaag totaal onduidelijk wat nou toch de functie is van lichaamsbeharing en zeker op je rug. Of je nou geloofd in de schepping of de oerknal, in beide situaties is er in het ontwerp van de man iets fout gegaan. Moeder natuur heeft hier letterlijk een (brei)steekje laten vallen. Even voor de duidelijkheid, het gaat hier over mij en mijn gevoel hierbij. Een ander heb ik geen mening over. Jij vindt mooi wat je mooi vindt.

Het begon bij mij al op hele jonge leeftijd. Borsthaar, snorretje, baardgroei. O ja, en nog een snor een stukkie lager. Allemaal geen probleem. Als je het niet wilt is het er zo iedere dag af te scheren. Maar toen op een dag bedacht mijn slungelige puberlijf dat er ook een soort van Perzisch tapijtje op mijn rug bij moest komen. Eerst een beetje op mijn schouderbladen en daarna de rest. Wat een drama. Wat een lelijkheid. Dit komt dan nog even bovenop de worsteling en zoektocht naar jezelf en de constante sociale druk om erbij te horen en te voldoen aan het ideale beeld.

Ik zwom niet meer. Ik douchte niet op de sportschool. Ik liep met een T-shirt als de mussen dood uit de goot lazerden. Alles, maar dan ook alles om het te verbergen. Mijn matje. Het beheerste me meer dan ik besefte en goed voor me was.

Later leerde ik er mee omgaan. Ik accepteerde het niet, maar zocht oplossingen. Scheren, als we op vakantie gingen of ergens naar toe gingen waar mijn shirt uit moest. Waxen. Dat heb ik één keer laten doen en als ik aan die mevrouw terugdenk krijg ik nog moordneigingen. Wat doet dat tering zeer. Laseren kwam net opzetten, maar dat kostte in het begin tienduizend gulden. Dat was wel heel veel geld. Nu kun je het op iedere hoek van de straat laten doen door een juffrouw met een zelf geprint diploma en een omgebouwde laserprinter.

Door de jaren heen legde ik me er wel iets meer bij neer. “Wat maakt jou het nou uit, joh”, zei Klaas altijd. “Tondeuze en scheermes en klaar is Kees”. Hij had gelijk. Wel vaker trouwens. Trimmen en kort houden en zo nu en dan scheren. Het was nog steeds klote, maar er was mee te leven. Wat natuurlijk ook helpt is het feit dat je door de jaren heen steeds meer schijt krijgt aan de mening van anderen. En nog meer aan de steeds veranderende en gekker wordende sociale maatstaf. Wat dat betreft heb ik nog geluk gehad met mijn jeugd.

Alhoewel, nu is er waarschijnlijk wel een verberg-je-overtollige-lichaamsbeharing-filtertje op Instagram.

Klaas was vijfentwintig jaar mijn rots in de branding als het ging om mijn matje. Ik kan namelijk overal best goed bij met mijn tondeuse en scheermes, maar niet op mijn rug. Zo lenig ben ik niet. Maar dat is nu anders. Toen Klaas overleden was schoot het opeens door mijn hoofd. Wie gaat nou mijn rug doen? Stress!

Maar ik ben niet de enige die uitgevoerd is met een mohair-kleedje. Er zijn er veel meer op de wereld. En dus hebben Braun, Philips en veel andere technische-snufjes-mensen allerlei handige dingen bedacht om het terugkerende fenomeen grondig te kortwieken.

Philips heeft een Bodygroomer met daarbij een handig verlengstuk waar je hem in klikt. Zo kun je, volgens de instructievideo met daarin een bijzonder gladde onbehaarde prettige meneer, heel makkelijk bij je rug komen. Het is een soort elektrisch scheerapparaat met aan beide kanten een tondeuse. Eerst kort maken en dan glad afwerken. Klinkt als het ei van Columbus. Gelijk besteld. Probleem opgelost.

Even voor de duidelijkheid eerst een stukje uit de omschrijving van Philips.

“De vijfduizend-serie is ontworpen om haar te verwijderen met optimaal huidcomfort. Of u nu uw borst of moeilijk bereikbare plekken zoals uw rug wilt aanpakken: u kunt scheren met het huidvriendelijke scheerapparaat of trimmen met de meegeleverde trimkammen van drie, vijf of zeven mm.”

Hou vooral het woord “huidvriendelijke” even in gedachten terwijl je verder leest.

Hij kwam binnen. Zag er goed uit en belandde in de kast. Niet de gladde meneer op de verpakking, maar het apparaat. Andere dingen aan mijn hoofd en niemand die me de komende maanden zonder kleren zou zien. Totdat ik eerder dit jaar naar Nederland ging. Bij anderen in huis. Ik had me maanden niet getrimd of geschoren en mijn mohair-kleedje was nu een soort macramé geworden. Geen gezicht. Het moest er af. Op de avond voordat ik vertrok pakte ik het apparaat en ging de badkamer in.

Ik zet dat ding aan en breng het met een sierlijke boog naar mijn rug. Wat er toen uit mijn mond kwam was een kreet waar menig vrouw tijdens een bevalling nog van op zou kijken. Ik dacht dat ik flauw zou vallen. Het gevoel is te vergelijken met twintig hamsters die gelijktijdig hun tanden in je hand zetten. De tondeuse greep zich vast in het haar en maakte een onheilspellend geluid. Ik kijk in de spiegel en zie een soort gladde mini landingsbaan van vier bij tien centimeter op mijn rug. Wat nu? Ik moet verder. Ik durf niet verder. Te pijnlijk. Lang verhaal in het kort, de daaropvolgende dertig minuten heb ik met een zakdoek in mijn mond het klusje afgemaakt.

Ik was gesloopt. Maar wel glad. Ik kon op reis.

Het had overigens wel lief geweest als mijnheer Philips even vermeld had dat je de body trimmer niet op te lang haar moet gebruiken.

Ik hou het voortaan maar wat beter bij. Niet voor de rest van de wereld, maar gewoon voor mezelf. Ik voel me er prettiger bij en ik wil niet nog een keer dat de hele straat denkt dat er iemand in mijn huis vermoord wordt.