Rivella

Gepubliceerd op 2 maart 2025 om 18:22

Een schrijfsel over dat niet-te-hachelen weidrankje? Nee, wees niet bang. Bij het idee van een slok van dat vocht ga ik al spontaan over mijn nek. Nooit begrepen waarom iemand “goh, ik heb enorm zin in een glas Rivella”, kan roepen. Al zit ik tegen uitdroging aan, dan maar flauwvallen.

En door.

Nee, het gaat over Francesco Rivella. De grote vriend en held van Klaas.

“Klopt! Hij is hier. Helemaal blij mee!”

Zijn familie is daar minder blij mee denk ik. Maar overlijden op je zevenennegentigste is een mooie verdienste. Hij was de man die Klaas een vast ankerpunt in de ochtend gaf. Zijn hele leven lang. Niemand kon de creatie van Francesco evenaren, laat staan overtreffen.

“Nutella!”

Voor Klaas bestond er maar een soort broodbeleg en dat was chocoladepasta. Niet die goedkope smurrie, maar het echte spul.

“Totdat die potten zo schreeuwend duur werden, toen ben ik die goedkope gaan kopen.”

Klopt, maar dat kunnen we hier natuurlijk niet schrijven. Dan heb ik straks de hele familie Rivella aan mijn broek hangen.

“Misschien heeft ie wel een heel leuke Italiaans neefje. Die mag dan toch wel aan je broek hangen?”

In dat geval wel en ook zonder broek.

“We dwalen af en het niveau zakt.”

Da’s waar. Terug naar de Nutella.

Overigens zorgde diezelfde chocosmurrie er bijna voor dat ons liefdesavontuur na een paar maanden strandde.

“Oh ja! Dat was ik bijna vergeten. Ik was echt niet blij.”

Ik wel! Ik voel nu alweer een nat plekje in mijn broek door het lachen. Dat gezicht van je toen. Ik zie het weer voor me. De totale verbijstering.

“Vertel het maar eens aan de wereld. Kunnen ze horen dat er achter dat engeltjesgezicht van je een draak verstopt zit.”

Ik waag het er op.

Klaas en ik waren nog in de eerste maanden van ons verhaal. Ik verbleef bij hem in Everdingen. Zoals altijd zat hij aan de ontbijttafel met zijn neus en hele gezicht verstopt achter de krant. Echt heel gezellig. Zo leuk dat je gezellig blijft slapen en we gezellig samen op kunnen staan. Ja, heel veel gezellig. Niet dus.

Na twee dagen in de ochtend tegen een krant aan te zitten kijken in plaats van het lieve gezicht van de man van mijn dromen was ik het zat. Ik had al twee keer wat gezegd of gevraagd, maar meer dan een “aha” of “hmmm” of ander eenlettergrepig woordje kwam er niet vanachter dat enorme stuk papier.

Tijd voor actie dacht ik. Je moet in deze eerste periode de grenzen aangeven, anders komt het er niet meer van, dacht ik.

Ik duw met mijn linkerhand die krant rustig naar beneden en met mijn andere hand duw ik mijn rijkelijk met Nutella belegde boterham recht op zijn neus. “Gezellig dat samen ontbijten. Heb ik nu je aandacht?”, vraag ik vervolgens heel rustig.

Nou, die had ik! Haha! Dat gezicht. Onvergetelijk en onbetaalbaar!

“Het was dat ik heel veel van je hield, maar anders…”

Ik weet het. Onweerstaanbaar.

“Nutella of jij?”

Beide!