Soms kom je in situaties terecht waarbij je direct in het rond gaat kijken of er niet ergens een camera tevoorschijn komt en je nietsvermoedend in een verborg-camera-programma zit. Herken je dat niet? Nou, ik wel. Regelmatig zelfs. En als ik mijn vriendin uit Aarlanderveen bij me heb is het eigenlijk altijd raak. Die vrouw is een soort magneet voor bijzondere situaties. Met vriendje Finn is het trouwens niet veel beter. Maar dat geheel terzijde natuurlijk.
Vroeger, op de lagere school deden we na schooltijd een spelletje. Een beetje afgezonderd van de bewoonde wereld hadden we naast het schoolgebouw van De Turfvaart een perfecte plek daarvoor gevonden.
De kusjeskring.
We stonden dan met z’n allen in een kring met één persoon in het midden die met z’n ogen dicht en een arm uitgestrekt rondjes moest draaien tot iemand “stop” riep. Je raadt het al, degene waar je naar wees moest je kussen. Ik hield altijd één oog met een spleetje open, zodat ik op Tommie of Mario uitkwam. De twee meest begeerde jongens in de klas. Want wie je aanwees moest je kussen. Hilariteit alom en ik weer blij. Ik vraag me wel af of het nooit iemand opgevallen was dat het net iets te vaak gebeurde. Alweer Tommie. Alweer Mario.
Gelukkig had ik in die tijd al die woeste mannelijke uitstraling en niemand die dus twijfelde aan mijn draaitechniek. Overigens waren Tommie en Mario meer geïnteresseerd in Liesbeth en Claudia. Iedereen was op die twee. In de zomer won overigens Claudia glansrijk de wedstrijd, omdat haar ouders een zwembad in de tuin hadden. Het leven van tieners is zo eenvoudig eigenlijk.
Dat ik vele jaren later opnieuw in een kusjeskring zou belanden had ik nooit gedacht en zeker niet gehoopt.
“Met Tommie en Mario?”
Nee lieffie, helaas niet! Haha! Had wel gemogen hoor.
Nee, het ligt iets anders. Letterlijk.
We woonden in Amsterdam op Zeeburg. Niet in, maar op. Geen idee waarom we dat eigenlijk zeggen, maar iedereen doet het en dan zal het wel zo horen.
Ik wilde iets doen aan ontspanning. De mevrouw van de GGZ die me destijds behandelde voor een flinke burn-out zei dat yoga heel goed voor me zou zijn. Beïnvloedbaar als ik ben was ik een paar uur later lid van een yogaschool. Nou is Zeeburg nogal een yuppen-wijkje met veel Baboebakfietsen, gestreste moeders met teveel haast en te weinig overwicht en grijze-wollen-sokken-muesli-types. Ik wil niet generaliseren of alles over één kammetje scheren, maar toch.
De eerste les. Ik was bloednerveus en het zweet stond op mijn rug en tussen mijn gespierde billen.
Binnen trof ik aan wat ik al in mijn nachtmerrie van de voorliggende nacht had gezien. Van die over-de-top aangeklede fitnessvrouwtjes met een hele outfit die tot in detail en finesses was afgestemd en daar tussen door wat van die muesli-moeders met de overbekende het-maakt-niet-uit-hoe-ik-er-uit-zie-look. Echt vriendin, ik begrijp dat je al twee kinderen, Maan en Sterre, hebt en dat je getrouwd bent, maar effe wat aandacht voor je zelf kan echt geen kwaad hoor.
Hoe dan ook. De les begon. Een knappe Italiaanse dame met een perfect figuurtje heette ons welkom. Buiginkje met handjes tegen elkaar. Iets te veel van het goeie, maar vooruit.
De oefeningen waren zwaar. Ik wist na vijf minuten al dat die vrouwen een aantal extra scharnieren hadden die mijn moeder vergeten was bij mij in te bouwen. Ze stonden in standjes waar de Kamasutra nog jaloers op zou zijn. Ik wist niet eens dat een lichaam dat kon. Ik deed zo goed als het ging mee en was na ruim een half uur kapot.
“Je doet het fantaaaaaastisch hoor!”, zei de muesli-mevrouw naast me. Je kunt zeggen van die types wat je wilt, maar ze hebben wel een warm hart. Het was lief van haar, maar ik voelde me volledig voor Jan Lul staan.
We moesten gaan liggen voor de ontspanningsoefeningen. Wat was ik blij. Ik lag op mijn rug, armen naast mijn lichaam, handpalmen naar boven, voeten iets uit elkaar en naar buiten laten vallen. Ogen dicht. Rust.
De Italiaanse mevrouw had een nogal sterk accent en ik kon haar soms maar moeilijk volgen tijdens de les. Ze praatte daarbij ook nogal zacht en dat maakte het ook niet makkelijker. Ik moest mijn oortjes flink spitsen.
Van het één op het andere moment voel ik haar vlak naast me. Echt heel dichtbij. Met haar Italiaanse neus is ze vlakbij mijn oor. Ik voel het.
“Kusje erop?”, zegt ze dan opeens.
Ik schrik me wezenloos en mijn hele lichaam verstrakt en alle alarmbellen gaan af in mijn hoofd. Vraagt ze nou of ik een kusje wil? Hoe? Waar? En vooral, waarom? Ik ga volledig op slot en hap naar adem. Hoe intiem is dit clubje eigenlijk en is het een kusje op mijn wang, voorhoofd of gewoon vol op den bek?
“Okay”, komt er hakkelend uit mijn mond. Ik geef me maar over. Dit is geen moment voor een diepgaand gesprek over grenzen. Dat komt later wel.
En dan gebeurt het. Ik voel een zacht met korreltjes gevuld kussentje over mijn ogen gelegd worden.
Kussentje erop! Dat zei ze dus.
Ik was zo geschrokken dat ik geen woord meer kon uitbrengen. Het was dat ik daar tussen al die anderen lag, anders had ik ter plekke in mijn yogabroek gezeken van het lachen.
Na vier lessen hield ik het voor gezien. Niet mijn clubje. Na de vierde keer een kopje lauwe jasmijnthee uit de thermosfles met pompje ben ik met gierende banden op de fiets naar CoffeeCompany gesjeesd voor een heerlijk latte met appeltaart! Dat is pas ontspannen.
Namasté!