“Dankjewel lieffie”.
Hé mannetje. Het gaat eigenlijk over iemand anders. Maar nu je het er over hebt, ook jij was lief. Heel lief. Te lief soms. Liever dan jij ben ik nooit iemand tegengekomen. Oprecht, integer, eerlijk en lief.
“Nou, nou”.
Maar nu wil je zeker ook weten waar het dan wel over gaat?
“Over jezelf?”
Nee, tuurlijk niet. Veel te bescheiden voor. Je kent me toch? Het gaat over de grasmaai-mevrouw van gisteren. Aardig, knap, vriendelijk, spontaan. Alles was leuk.
“Verliefd?”
Nee joh. Gewoon een observatie van mens tot mens. Verder. Dit gaat lang duren zo. Even achterover leunen in je wolkje jij.
Ik was dertig seconden binnen en toen was mijn observatie afgerond. Ik moest het afzeggen. Nee, niet de IPL. Die gaan we eind augustus voor het eerst doen. Het harsen. Ze was gewoon te lief om door de bliksem geraakt te worden zoals ik gezegd had. Ik kon het risico niet nemen. Het was namelijk een rare wisselvallige dag. Bewolkt, drukkend, regen. Stel je toch voor. Nee, niet doen.
Harslepeltje en bakje terug in de kast en afspraken maken voor de minder pijnlijke aanpak van de mohairpoes die op mijn rug meereist. Twaalf dates hebben we. Om de zes weken. We moeten het tweeënzeventig weken met elkaar volhouden.
“Het is niet helemaal pijnloos hè”, zei ze nog terloops tussendoor.
Ze keek er een beetje angstig bij. Ze zal toch niet mijn blog gelezen hebben en nu tweeënzeventig weken in de stress zitten? Ik denk dat ik bij de eerste keer maar even terloops zeg dat het heerlijk voelt. Is ze ook weer gerust.