Nee, ik heb het niet. Tenminste niet dat ik weet. Mijn oudste zus wel en ik zie wat voor uitdagingen en beperkingen dat iedere dag weer met zich meebrengt. En toch heb ik er last van, van suikerziekte.
Een lange veel te hete zomer, te weinig beweging en te veel lekkere dingen. Oftewel, ruim zes kilo zwaarder. Nou valt zes kilo op een lijf van bijna twee meter wel mee, ware het niet dat Moeder Natuur heeft besloten om overtollige calorieën op te slaan in een rand op buikhoogte. Geen idee waarom daarvoor is gekozen. Maar het is niet anders. Voordeel is wel dat je heel snel ziet dat inname en verbranding niet helemaal op één lijn zitten.
De oplossing om meer te bewegen zal nu langzaam beginnen omdat het wat beter (lees normaler) weer aan het worden is. De temperatuur zakt langzaam onder de dertig graden. Een snellere en betere oplossing is natuurlijk om op je eten te letten. En dat ging (of ga…) ik dus doen.
‘Let op je toegevoegde suikers en elimineer die’, zei iemand tegen me. Overigens zie ik net op Google dat je enkele aanhalingstekens moet gebruiken bij een uitspraak en dubbele alleen bij een citaat. Weer wat geleerd!
Dat ging ik dus doen. Opletten op mijn suikers, nou ja, in ieder geval me er bewust van zijn. Een hele goede vriend zegt altijd ‘wil ik hier dik van worden?’ als ik hem iets aanbiedt wat slecht is. Op die manier probeer ik nu ook te kijken naar overbodige etenswaren. Helaas is het antwoord vaak bevestigend en schiet ik er, naast de bewustwording, dus niet veel mee op.
Maar nu, de suikerziekte. We lijden er namelijk allemaal aan. Niet aan de aandoening, maar aan de toevoeging.
Ik maakte mijn lunch klaar en nam er een pakje chocomelk van mijn vrienden bij de Mercadona bij. Even wat anders dan een glas melk. Ik kijk op het etiket en zie tot mijn stomme verbazing dat er in dat pakje van tweehonderd milliliter maar liefst twintig gram suiker zit. Dat zijn drie volle zakjes. Dat is gewoon honderd gram op een liter! Waarom? Als ik koffie drink doe ik er geen suiker in, of een heel klein beetje en dat smaakt prima. Als ik zelf chocomelk maak met cacao (in een ver verleden) doe ik er een klein schepje in en dat smaakt ook prima. Hoe komt het nou toch dat er twintig gram nodig is om die kant-en-klare chocomelk drinkbaar te maken?
Waanzin. Wil ik daar dik van worden? Nee!
Ik ga er dus toch maar iets beter opletten wat ik naar binnen prop en me ook maar wat vaker zelf de vraag stellen of ik ergens dik van wil worden. Ik beloof niets, het is voornemen. Het antwoord wordt me vast en zeker gegeven door dat irritante apparaat op de badkamervloer dat steeds ‘ga op me staan’ fluistert.