Allereerst hulde! Hulde aan de waaghalzen die met gevaar voor eigen leven en voor een paar euro per uur de hele boel in het gareel proberen te houden, zodat jij en ik veilig zijn. Onverschrokken en met strakke hand geven ze de maat aan.
Kruising.
Een felgekleurd polyester hesje met de tekst "Verkeersregelaar" en verder alleen de hand van God als bescherming. Beiden niet afdoende tegen een roekeloze automobilist of een opgefokte simpele ziel met een iets te kort lontje en te veel haast.
Terwijl de bus geduldig wacht tot er een wuivend handje onze richting op komt als teken dat we over mogen steken zit ik te denken. Is het een roeping? Vindt je het echt leuk? Betaald het als een malle? Moet je van je vrouw gewoon aan het werk en ze heeft er maling aan wat dat is?
Wat of hoe dan ook, er is geen bedrag te noemen waarvoor ik je plek inneem. Niet nu. Niet morgen. Nooit.
Daar staat ze dan. Omringd door oranje knipperende lichtjes. In vol ornaat en onverschrokken. De verkeersregelaar. Nederlandsch trots op ongecontroleerde kruisingsmomenten wanneer de stoplichten geen zin hebben. “Kunnen we het niet gewoon zelf uitzoeken?”, hoor ik je denken. Nee, helaas vindt in toenemende mate een deel van deze samenleving zichzelf een tikkie meer dan een ander en knalt ondanks alle verkeersregels met honderd kilometer per uur het kruispunt over.
Het zijn eigenlijk dirigenten, maar dan niet in een prachtige zaal met een enorm orkest en gekleed in een zwart maatpak met zo’n kittig pinguïnpuntje, maar op een geasfalteerde kruising ergens in Rotterdam Zuid. Het heb allebei zijn charmes zullen we maar zeggen. Persoonlijk kies ik dan toch maar voor de eerste. Net wat veiliger. Al zou ik ook van angst een natte plek in mijn broek krijgen als ik ten overstaan van vriendje Sissing en zijn jury mijn kunsten met een baton aan Nederland moet laten zien.
Nogmaals hulde voor hem en haar. O ja, en voor alle genderneutrale verkeersregelaars.