Ik heb het geluk dat mijn nieuwe stulpje door een vorige bewoner al is voorzien van rolluiken. De afgelopen dagen houden ze overdag de warmte voor een groot deel uit mijn betonnen doos. Heel blij mee.
Maar toch wil ik het even hebben over zonneschermen vandaag. Ik moet het even kwijt.
Ik zie ze steeds vaker en vaak in combinatie met lippen die zo van Donald Duck zijn snuit gerukt lijken te zijn. Van voren angstaanjagend en van de zijkant twee door de hitte opgekrulde wokkeltjes. Daarnaast staan ze zo strak gespannen dat een mug zijn leven er niet aan waagt er een gaatje in te prikken. Een lucifer bij een gaslek is minder heftig.
Maar terug naar de zonneschermen.
Steeds vaker hebben die lippenmeisjes (en vrouwen die in hun hoofd nog een meisje zijn…) enorme wimpers. Niet net als Bep en Toos gewoon een plakwimpertje voor wat meer effect. Nee, enorme zonneschermen waardoor ze een beetje voorover hellen met hun hoofd.
Er zitten vervolgens zoveel haren aan dat mijn stofzuigerborstel er een minderwaardigheidscomplex van heeft gekregen.
Van de week zat er zo’n meisje achter me in de tram. Ze sloeg haar ogen net iets te hard dicht en door de luchtverplaatsing lazerde ik compleet van mijn RET-zeteltje.
Levensgevaarlijk.
Wat is nou toch het idee achter al die extreme verbouwingen en accessoires? Mij ontgaat het.
Om niet alleen te zeuren ga ik ook iets doen. Ik deel gratis spiegeltjes uit.
“Kind, leg je mobieltje even weg en kijk twintig seconden naar jezelf”.
De zon gaat onder. Ik ga mijn rolluiken omhoog doen.