Zweten, trillingen, wazig zien, hartkloppingen en ik kan nog wel even doorgaan. Er was iets verkeerds. Maar wat?
Ik keek het een paar dagen aan, maar het ging niet weg.
Mijn lijf was van slag. Het was tijd om de dokter te bellen. Met bibberende handen toetste ik het nummer in.
Ik kon gelijk komen. Dit was een noodgeval. Hij hoorde het aan mijn stem.
Een klopje hier, een zuchtje daar, stethoscoop erbij en als laatste een paar flinke buizen bloed. Geen half werk.
Een paar uur later was de dokter eruit. Ik nam plaats op de stoel en bereidde me voor op het relaas dat ging komen.
“Uw stofwisseling is volledig uit balans mijnheer Perquin”. “Dat is niet zo mooi”.
Als iemand je bij je achternaam gaat noemen moet je uitkijken. Hij legde ook iets te veel nadruk op de lettergrepen vond ik.
Ik peinsde zo hard dat je het bijna kon horen kraken. Wat deed ik nu dat ik eerst niet deed? Wat was er veranderd en had me in deze plausibele situatie gebracht? De sportschool? Nee, dat kon niet. Ik ben wel lid, maar nog niet geweest. Iets met te druk op het werk de afgelopen week. Geheel verklaarbaar. Geen verdere verantwoording.
Hij legde van alles voor en ik wees alles af. Het was onbegonnen werk. Ik pakte mijn agenda erbij. Niets. Ik keek in de app van mijn huisbankier.
En toen zag ik het. Het kwartje viel niet, het kletterde naar beneden als een rotsblok.
Ikea! Ik was al een maand niet bij Ikea geweest.
“Wat hebt u dan gegeten in al die weken?”
Van alles, maar geen Zweedse ballen.
“Dat is niet zo slim van u mijnheer Perquin!”
Nee dokter. Dat zie ik nu ook in.
Op het moment dat ik dit schrijf heb ik net weer twaalf balletjes op. En geloof het of niet, ik voel me nu al beter.
“Zeg lieffie, ik weet dat je de dingen des levens soms wat aandikt, maar is dit verhaal wel echt?”
Eh, nou eh. Moet ik nou met de billen bloot?
“Niet letterlijk lieffie, daar zit in de doelgroep van je blog denk ik niemand op te wachten. Misschien later als je wél echt gesport hebt”.