Ik ben nu vijf dagen ziek en vier dagen thuis. Hoeveel saaier kan het leven zijn. Ik was er niet goed in en ben het ook niet aan het worden.
“Dan blijf ik nog even iets verder weg met mijn wolkje.”
Wel wordt de griep wat minder, maar het is nog niet om over naar huis te schrijven. Heeft ook geen zin. Ik woon hier alleen, dus als ik erover naar huis schrijf, dan komt mijn eigen brief bij mij aan. Dat heb geen zin. Maar dat terzijde maar weer.
Bed. Slaapje. Bank. Slaapje. Keuken. Theetje. Rondje salontafel. Uit raam kijken. Het lijkt wel de dagbesteding van een honderdjarige in een verzorgingshuis.
Psychisch gaat het een stuk minder kan ik helaas vaststellen. In mijn slaapkamer zit sinds een week een spin. Zo’n hooiwagenachtig exemplaar. Geheel onschuldig, maar voor iemand met arachnofobie een reden om per direct te verhuizen.
Ik werd wakker. Dikke keel van het hoesten en een droge strot. Bril op. Slokje water. Benen over de rand.
“Goedemorgen mevrouw Spin”, hoor ik mezelf zeggen tegen de dame met lange dunne benen.
Ik schrok er van. Ik praat tegen een spin! Als die griep nog even aanhoudt heb ik straks hele gesprekken met haar.